NETWERK VOOR DE INNOVATIEVE INFORMATIEWERKER
Onlangs deed de Raad van State een opmerkelijke uitspraak op het gebied van het bewaren en vernietigen van gegevens in de persoonlijke levenssfeer van een burger. De vastgestelde bewaartermijn was 10 jaar. Hier ging het niet om de vraag of de juiste termijn zou zijn gehanteerd, privacy werd belangrijker geacht dan de bewaartermijn.
In de Archiefwet kennen we een plicht om aan te geven welke bewaartermijnen voor het bewaren van overheidsarchieven worden gehanteerd (AW art 5).De bewaartermijnen staan niet in de Archiefwet zelf maar worden nader bepaald in de selectielijsten. Papier wordt vernietigd door verbranding of versnippering en digitale informatie door verwijdering van de bestanden zodanig dat deze niet meer te lezen of te herleiden zijn.
Dat laatste ging bij het bekende bonnetje van Teeven niet goed. En dat is voor veel meer overheden best een probleem. Want hoe moet je hierop sturen en hoe kan je controleren dat die digitale verwijdering echt gebeurt? Veel (cloud) vakapplicaties beschikken immers niet over de functionaliteit om die bestanden te verwijderen. Inmiddels zijn veel DMS systemen (niet alle) wel vaak uitgerust met de functionaliteit.
Het is niet zo dat bij aanbesteding deze functionaliteit wordt vergeten. In GIBIT zijn eisen voor archivering opgenomen en wordt verwezen naar de NEN-ISO 15489-1 NL.
Het lijkt me niet realistisch om te veronderstellen dat dit (technisch) probleem voor 25 mei 2018 is opgelost, maar wel dat het nodig is dat die technische oplossingen er snel komen.
Tags:
Zo bijzonder is de uitspraak van de Raad van State op dit punt toch niet? Als je op grond van de wet de persoonsgegevens niet mag verwerken, kun je je toch nooit beroepen op een selectielijst om de gegevens wel te bewaren? In de uitspraak is dan ook niet een "privacy is belangrijker dan een bewaartermijn" te lezen.
Overigens is dit ook geen technisch probleem dat nu voor 25 mei 2018 opgelost moet worden, maar wat al sinds 2001 met de invoering van de Wbp opgelost had moeten zijn.
@Hans, of de gegevens daadwerkelijk zijn verwijderd kan ik je niet vertellen. Wel blijft het vaak een illusie dat we digitale bestanden kunnen verwijderen, denk aan de vele back-ups.
Toch ben ik van mening dat de uitspraak geen recht doet aan archiefwetgeving. Het valt me de laatste tijd vaker op dat de archief wetgeving een grote onbekende is ten opzichte van privacywetgeving (Wbp, AVG), zelfs medewerkers van de Autoriteit Persoonsgegevens. Wat voorts opvallend is dat wordt gesteld dat de burger terecht geen kennis had kunnen hebben van de bewaartermijnen. Publicatie in de Staatscourant zou geen goed communicatiemiddel in deze zijn.
In de AVG zijn de volgende bepalingen opgenomen:
@Erik, in mijn optiek is er wel een opmerkelijke uitspraak gedaan omdat we landelijk werken met selectielijsten waar bewaartermijnen zijn afgesproken.
Privacy is inderdaad geen nieuw onderwerp, maar de AVG is wel veel strenger wat uitvoering. Daarom wil ik graag weten in hoeverre de Algemeen Rijksarchivaris de Minister heeft geadviseerd in deze? En wat zijn de adviezen geweest toen de Wbp werd ingevoerd? Toen is de Archiefwet ook aangepast.
Alle overheidsinformatie die wordt beheerd moet te herleiden naar een bewaartermijn. En dat wordt ook uitdrukkelijk vermeld in het vonnis:
Uit het op grond van de Archiefwet opgestelde Basisselectiedocument IGZ dat in de Staatscourant is gepubliceerd, volgt dat dossiers van meldingen tien jaar worden bewaard. Door desgevraagd en uit eigen beweging gegevens te verstrekken heeft [wederpartij] uitdrukkelijke toestemming gegeven om haar dossier tien jaar te bewaren, aldus de minister.
En het punt is dat waarschijnlijk veel meer wordt bewaard en geregistreerd dan strikt nodig is. Het is mij niet bekend of de verwerking vooraf is gemeld aan de Autoriteit Persoonsgegevens.
Maar het issue dat ik vooral heb willen benadrukken is dat overheidsinformatie in veel applicaties langdurig (te lang) wordt bewaard en nooit wordt vernietigd. Daarbij kan je vraag stellen of je in dit tijdperk echt kunt vernietigen. Er is altijd wel een back-up te vinden.
In die zin kan deze uitspraak een omslagpunt zijn in de bewustwording wat bewaar je wel en wat bewaar je niet en wat registreer je wel of niet. BSN nummers is een bekend voorbeeld van overbodige registraties.
Tijdens een bijeenkomst over de AVG vergeleek een specialist privacy met een luizenkam, altijd alert blijven en blijven controleren.
Overigens staat in de uitvoeringsregels van de AGV het volgende:
De verwerking noodzakelijk is voor doelen van preventieve of arbeidsgeneeskunde, voor beoordeling van arbeidsgeschiktheid, medische diagnosen, verstrekken van gezondheidszorg of sociale diensten, op grond van Uniewetgeving of nationale wetgeving en onder de voorwaarden van het vierde lid;
Zie ECLI:NL:RVS:2017:2232: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:201...
Vanaf 1 juli 2020 geldt tevens de Wet Cliëntenrechten die de burger recht geeft op kosteloze inzage en afschrift van zijn dossier. Ook kan de burger gespecificeerde toestemming geven voor gegevensuitwisseling met bepaalde (categorieën van) hulpverleners.
De burger kan verzoeken kenbaar te maken wie wanneer bepaalde informatie beschikbaar heeft gemaakt en wie die informatie allemaal heeft kunnen inzien. Dit vereist ook een strikte boekhouding rond het hele privacy-dossier. Niet alleen intern, maar ook over de keten heen, waar een organisatie verantwoordelijkheid – en belangrijker – aansprakelijkheid heeft, dient de datastroom transparant te zijn geadministreerd en worden beheerd.
Deze discussie komt regelmatig voorbij en meestal worden gegevens en informatie dan door elkaar gehaald. De bewaartermijnen gaan over informatie, de Wbp gaat over gegevens. Dat is niet (per se) hetzelfde. Vaak vertegenwoordigen gegevens een informatiewaarde, maar niet altijd. Je kunt dus niet zonder meer stellen dat bewaartermijnen van toepassing zijn op alle gegevens die in het kader van een proces zijn verwerkt.
Soms zijn persoonsgegevens relevant binnen een bepaalde proceshandeling, maar verliezen ze hun informatiewaarde zodra die processtap is afgerond. In een dergelijk geval is een bewaartermijn niet van toepassing en moet je die persoonsgegevens dus verwijderen. En wat Hans zegt is natuurlijk ook waar: je moet geen gegevens archiveren die je onrechtmatig hebt verkregen. Gister was ik toevallig voor bespreking van dit onderwerp te gast in het vakoverleg privacy (daarin zijn onze privacy officers verenigd) en de uitkomst daarvan was, niet geheel verrassend, dat privacy officers en informatiebeheerders op casusniveau samen moeten analyseren hoe hiermee om te gaan. Het is te kort door de bocht om algemene uitspraken over dit vraagstuk te doen.
Overigens geeft de Autoriteit Persoonsgegevens op de website expliciet aan dat de AVG geen gevolgen heeft voor het toekennen van bewaartermijnen.
© 2024 Gemaakt door Marco Klerks. Verzorgd door