De VNG heeft in november 2008 van het kabinet de mogelijkheid gekregen om in april 2009 met een
visie te komen met betrekking tot kwaliteitsverbetering en professionalisering van de uitvoering van de
VROM-taken, bij voorkeur samen met het IPO. Het kabinet wil vervolgens met de VNG en het IPO
afspraken maken over het realiseren van een structuur van samenwerkingsverbanden voor de
advisering aan gemeenten bij de uitvoering van de VROM-taken.
Het bestuur van de VNG heeft na een uitvoerige consultatie van de gemeenten – overigens in een zeer
constructieve samenwerking met het IPO – op 12 maart jl. een standpunt bepaald over het Eindbeeld
inzake de VROM-taken (Wabo/eindbeeld Mans). Dit standpunt heb ik u mondeling toegelicht tijdens
ons werkbezoek aan de gemeente Rotterdam. Conform het toetsingskader van het rijk streven ook wij
naar een heldere rolverdeling. Naar ons idee is de essentie van de Wabo dat de vergunningverlening
integraal bij de gemeenten ligt.
betreft Gesprekken tussen VNG en IPO over de omgevingsvergunning datum 16 april 2009 02
Na intensief bestuurlijk contact tussen de VNG en het IPO hebben wij moeten vaststellen dat er geen
consensus is bereikt over de vraag of en wanneer de bevoegdheden met betrekking tot de huidige
provinciale milieuvergunning binnen de Wabo overgaan naar de gemeenten. Het gaat ons dan (alleen)
om de 4900 bedrijven die niet vallen onder de BRZO- en IPPC-richtlijnen. Voor de zeer
gespecialiseerde BRZO- en IPPC-inrichtingen kunnen we – conform het voorstel van VNO/NCW – ons
ook een landelijke gespecialiseerde dienst voorstellen.
Er ontstaan diffuse situaties wanneer twee overheden samen acteren in de vergunningverlening. Dat
zal bij burgers en bedrijven tot veel onduidelijkheid leiden. Daarnaast menen wij dat uit het
toetsingskader van het rijk voortvloeit dat pas bij een lokale vergunningverlening en handhaving het
interbestuurlijk toezicht aan de provincies kan worden toegekend.
Tegen deze achtergrond zien wij ons genoodzaakt het standpunt van de gemeenten met betrekking tot
de Wabo eigenstandig aan u toe te sturen. Dat treft u hierbij aan. Er is waardering voor veel punten in
de benadering van het IPO. Ook het IPO wil van onderop de krachten tussen gemeenten bundelen, de
kwaliteit verbeteren, witte vlekken voorkomen en is er met ons van overtuigd dat kwaliteitseisen
moeten worden geformuleerd op het gebied van de vergunningverlening, het toezicht en de
handhaving. Wij zijn ervan overtuigd dat er met betrekking tot de handhaving ketenafspraken mogelijk
zijn binnen de provincies.
Ons standpunt is ingegeven door de overtuiging dat de uitvoering van de Wabo in de gemeenten moet
plaatsvinden, gebruikmakend van bovenlokale samenwerking via expertisecentra c.q.
adviesorganisaties van samenwerkende gemeenten voor gespecialiseerde taken en deskundigheden.
Wij gaven reeds eerder aan dat de gemeenten niet zullen meewerken aan opgelegde
samenwerkingsverbanden in de vorm van de eerder door het kabinet voorgestelde
omgevingsdiensten. Wij hebben de overtuiging dat het nastreven van een goede
leefomgevingskwaliteit op andere manieren kan worden bereikt. Immers, al zeer veel gemeenten
pakken op lokaal niveau de Wabo-uitvoering op; wij vinden het van belang daarbij zoveel mogelijk aan
te sluiten.
Ik hecht er aan op korte termijn het VNG-standpunt bij u toe te lichten.
Hoogachtend,
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Mw. A. Jorritsma-Lebbink
voorzitter
Je moet lid zijn van BREED - over de grenzen van informatie om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van BREED - over de grenzen van informatie