In een recente bijdrage van Imre Grevers werd de vraag gesteld welke datum op een uitgaande stuk moest worden geregistreerd. Dit kan zeer relevant zijn bij bezwaar- en beroepsprocedures.
In dit verband is er recent een uitspraak door de Raad van State gedaan over de status van e-mails in een procedure voor het verlenen van een omgevingsvergunning. Ten onrechte werd door de gemeente verondersteld dat het sturen van een e-mail afdoende was, dat terwijl er volgens de Raad van State een besluit voor nodig was.
In de uitspraak is het volgende te lezen:
Volgens de aanvrager bestond er bij de ambtenaren verwarring of de activiteiten ook vergunningplichtig zijn op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo en was de e-mail uitsluitend ter informatie bedoeld.
Bij overheidsorganisaties wordt vaak getwijfeld of het echt nodig is om e-mails te registreren en worden degenen, die het belang van registratie benadrukken, niet altijd serieus genomen. Deze uitspraak vormt een mooi voorbeeld van het belang in deze.
Link naar uitspraak Raad van State 26 augustus 2015. JOM 2015/878 RvS, 26-08-2015, 201410248/1/A1, ECLI:NL:RVS:2015:2683, Bestuursorgaan dient tijdig te bezien welke procedure van toepassing is op aanvraag omgevingsvergunning).
Je moet lid zijn van BREED - over de grenzen van informatie om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van BREED - over de grenzen van informatie