NETWERK VOOR DE INNOVATIEVE INFORMATIEWERKER
“Zonder meer accepteren dat er onjuiste gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) staan, is criminaliteit faciliteren”, stelt burgemeester van Tilburg Peter Noordanus. Met deze stevige uitspraak geeft hij bestuurlijke rugdekking voor het project ‘Adressen op orde’ dat zijn gemeente in een jaar 125.000 euro opleverde.
Landelijk is drie tot vijf procent van de ingeschrevenen onjuist geregistreerd in de Basisregistratie Personen. Voor Tilburg zijn dat tienduizend ingeschrevenen. Wil je de kwaliteit van de BRP verbeteren dan begint dat bij de verhuisberichten. Gaat daar iets fout, dan besmetten die foutieve gegevens andere administraties die gekoppeld zijn aan de BRP. Denk aan bijvoorbeeld de Belastingdienst, aan DUO, of de SVB.
Het optimaal op orde hebben van adresgegevens is geen doel op zich, maar een belangrijke voorwaarde om allerlei processen achter die administratie goed te laten verlopen. Want achter wat op het eerste gezicht eenvoudige mutaties zijn, kan een wereld schuilgaan van criminaliteit en misbruik van voorzieningen. “Maar ook van situaties waarin zorg op z’n plaats is”, aldus Inge Bastings, projectleider van Adressen op orde bij de gemeente Tilburg.
Om de BRP-kwaliteit te bewaken moet je in de eerste plaats de fouten eruit kunnen vissen. Geen sinecure als je bedenkt dat een gemeente als Tilburg dertigduizend verhuisberichten per jaar verwerkt. Bastings: “We hebben een prijsvraag uitgeschreven voor de ontwikkeling van een tool. Met de winnaar, VX Company, hebben we die vervolgens geïmplementeerd. Alle verhuizingen worden in de tool één voor één getoetst aan twaalf indicatoren. Als de aangifte een hit geeft op een van die indicatoren, krijgt de medewerker dit te zien en beoordeelt hij welke vervolgstappen genomen worden”.
Die indicatoren moesten wel eerst bepaald worden. “Samen met partijen als de politie en vakspecialisten van Tilburg, Eindhoven en Breda hebben we indicatoren en risicoprofielen geformuleerd die we als ‘verdacht’ bestempelen. In totaal hebben we er 21 voorgelegd aan specialisten van de Wet op de Privacy en informatiebeveiliging. Negen zijn er uiteindelijk niet opgenomen omdat ze niet voldoen aan het juridisch kader.”
De onderzoeken die volgen op een hit worden niet alleen gedaan door de gebruikelijke controleurs, maar in samenwerking met verschillende andere gemeentelijke afdelingen. “Bijvoorbeeld met de leerplichtambtenaar of met de uitkeringsrechercheur als er op basis van een hit een vermoeden is van uitkeringsfraude. Verrassender lijkt wellicht de informatie die het BAT (Brabants Afval Team) beschikbaar heeft. Medewerkers van het BAT administreren de gegevens als ze constateren dat er op een adres veel containers worden aangeboden terwijl er officieel niemand woont. De insteek is niet uitsluitend sanctionering, maar ook het achterhalen van de hulpvraag. Positief bijeffect van deze vormen van samenwerking is dat allerlei vakspecialisten binnen de gemeenten nu nieuwe ketens vormen en hun informatie delen. Daarom is het bestuurlijke draagvlak ook zo nodig. Muren tussen afdelingen worden geslecht en dat geeft veel energie. We merken dat we samen aan dezelfde doelen werken, dat we samen voor dezelfde dienstverlening staan.”
De tool is inmiddels in de productiefase beland en de eerste resultaten zijn geëvalueerd. Bastings: “We maken onderscheid tussen harde en zachte baten. De harde baten gaan over geld en efficiency: over uitkeringen die stopgezet of teruggevorderd zijn, en over toeslagen die onterecht zijn toegekend. Dat heeft in een jaar 125.000 euro opgeleverd. De efficiencywinst zit in de inzet van BRP-controleurs en het feit dat controles van verhuizingen nu geautomatiseerd plaatsvinden. Bij de zachte baten moet je denken aan bijvoorbeeld het inzetten van schuldhulpverlening of een verhoogd gevoel van sociale veiligheid bij inwoners. Dat laatste komt doordat we met onze buitendienst nu in de wijken zichtbaarder zijn.”
“Wij zijn er klaar voor om onze bevindingen met andere gemeenten te delen. We willen met zoveel mogelijk andere gemeenten dit project doorontwikkelen. Daarom nodigen we gemeenten uit om met ons mee te denken. Het is bijvoorbeeld interessant om te kijken of er nieuwe indicatoren toegevoegd kunnen worden, maar we willen ook verder kijken. Kunnen we een vergelijkbare tool inzetten voor andere domeinen, bijvoorbeeld het sociaal domein. Dan stuiten we ongetwijfeld op knelpunten die we nu nog niet kennen. Maar het uitgangspunt is hetzelfde: we willen niet achteraf hoeven dweilen, maar de kraan vooraf dichtdoen. Met als doel het bevorderen van rechtmatigheid.”
In het kader van de Digitale Agenda 2020 is dit artikel onderdeel van een serie waarin gemeenten/organisaties vertellen over hoe zij denken over, en samen met andere gemeenten aan de slag gaan met, innoveren in dienstverlening en informatievoorziening. De Pilotstarter is het digitale platform voor het delen van en samenwerken aan ideeën om de gemeentelijke informatievoorziening te vernieuwen.
© 2024 Gemaakt door Marco Klerks. Verzorgd door
Je moet lid zijn van BREED - over de grenzen van informatie om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van BREED - over de grenzen van informatie