De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is vanaf 25 mei 2018 van toepassing in de hele Europese Unie. De afgelopen jaren zagen wij dat de aanpassing aan deze verordening in Nederland niet zonder horten en stoten verloopt. In verschillende onderzoeken constateerden we dat uitvoeringsorganisaties de AVG als obstakel ervaren.1

Hierdoor kwam de uitvoering van overheidstaken in de knel, met soms grote gevolgen voor burgers. Zo werden ouderen die onder het bestaansminimum er niet op gewezen dat ze recht hebben op een aanvullende uitkering, en konden zorgfraudeurs makkelijker onder de radar blijven.

Voorbeelden

privacy en dienstverlening : AOW uitkering

privacy en publieke taakuitvoering: verspreiding van virussen

privacy en fraudebestrijding: fraudebestrijding:

één van die oorzaken is dat betrokken organisaties de ruimte die de AVG biedt om informatie te delen, verschillend interpreteren. Sommige organisaties zijn daarin zo voorzichtig dat het een effectieve aanpak van zorgfraude belemmert.

Een tijdige wettelijke basis voor gegevensverwerking
De AVG biedt ruimte om persoonsgegevens te verwerken en delen, maar in veel gevallen dienen regering en parlement voor deze verwerking een wettelijke basis te creëren. We komen in ons onderzoek regelmatig tegen dat deze wettelijke basis nog gecreëerd moet worden wanneer er al een probleem geconstateerd is. Dat is te laat om problemen te voorkomen. Vooral het delen van persoonsgegevens tussen samenwerkende organisaties is vaak onvoldoende wettelijk geregeld. Uitvoerende partijen worden hierdoor soms jarenlang voor een probleem gesteld. Het creëren van een nieuwe wettelijke basis kan immers jaren duren.

Verder lezen bij de bron: website Algemene Rekenkamer: Omgang met de AVG in relatie tot uitvoering overheidstaken | Kamers...