NETWERK VOOR DE INNOVATIEVE INFORMATIEWERKER
Op 29 juni heeft de Minister van BZK een Kamerbrief gestuurd over de stand van zaken wet RGT en hierbij de volgende uitgangspunten geformuleerd:
Horizontaal voorop. Toezicht is een extra borging, de horizontale checks and balances staan voorop. Wat vraagt dit van de horizontale checks and balances?
Toezicht is zo licht mogelijk. Hoe houden we het toezicht zo licht mogelijk, terwijl waar nodig wel effectief kan worden ingegrepen?
Risicogericht toezicht. Hoe organiseren we toezicht op passende afstand, gericht op de grootte van de risico’s bij de toezichtgenieter, en hoe krijgen we deze risico’s in beeld?
Uniformiteit (methodiek). Hoe kunnen we komen tot een uniforme aanpak zodat de toezichtgenieter zekerheid heeft waar deze aan toe is, , terwijl er ook maatwerk is afhankelijk van de lokale omstandigheden van die toezichtgenieter?
Verbinden van inzichten. Is er meerwaarde te halen uit het combineren van signalen van verschillende interbestuurlijke toezichthouders? Zo ja, hoe organiseren we dit?
Transparant. Hoe richten we toezicht zo in dat voor de toezichtgenieter, maar ook voor de samenleving helder is waarom en hoe de toezichthouder tot een oordeel komt?
Lage lasten. Hoe houden we de lasten van het toezicht laag en hoe kunnen we daarbij zoveel mogelijk informatie hergebruiken?
Deze uitgangspunten worden komende tijd gezamenlijk met de VNG en IPO uitgewerkt, deze werkwijze lijkt een grote stap voorwaarts. Zoals bekend is in Noord-Brabant de verordening systematische toezichtinformatie gewijzigd zonder hoor en wederhoor toe te passen met de gemeenten. Bij de invoering van de wet RGT werd die gelegenheid wel geboden. De toezichtlasten voor de gemeenten zijn sindsdien verzwaard omdat er jaarlijks moet worden verantwoord en voor 2016 tweejaarlijks. Het uitgangspunt van de wet RGT was/is om toezichtlasten te verminderen. Provincies en rijk kennen geen verticale toezichthouders op het gebied van de Archiefwet.
Uit het rapport kan je opmaken dat de rol van het IBT is veranderd. Voor 2012 functioneerde de provinciale toezichthouder vaak (niet in alle provincies) als adviseur van gemeenten en werd er nauwelijks geïnspecteerd.
Bij deze Kamerbrief hoort ook een evaluatie met bijlagen. Sommige passages in de bijlagen roepen wat nadere vragen op zoals deze:
Uit de case study’s in de gemeenten komt als beeld naar voren dat de gesprekspartners de toegevoegde waarde van het IBT-stelsel betwijfelen. De informatie die in de IBT-paragraaf in begroting en jaarrekening wordt opgenomen is veelal beknopter dan de informatie die de gemeente toch al moet opleveren op basis van wettelijke verplichtingen. De IBT-paragrafen leiden ook niet tot intensieve ambtelijke en bestuurlijke contacten tussen de provincie en de gemeenten. Gesproken wordt over ‘papieren toezicht’ omdat de door de gemeenten aangeleverde informatie niet of nauwelijks leidt tot intensieve vervolgstappen, bestuurlijk of ambtelijk. Een van de als case study geselecteerde gemeenten vraagt zich af of met de gekozen inrichting het interbestuurlijk toezicht door de provincie niet te groot wordt gemaakt en of feitelijk geen sprake is van ‘bezigheidstherapie’. Slechts op een van de toezichtdomeinen, het archief- en informatiebeheer, wordt een wijziging in vergelijking met de situatie voor de Wrgt geconstateerd. Hier is door het benoemen van KPI’s en het intensiveren van de ambtelijke contacten tussen provincie en gemeenten sprake van het inhalen van een achterstand. Daar wordt de toegevoegde waarde van het interbestuurlijk toezicht wel degelijk gezien, waarbij tegelijkertijd wordt vastgesteld dat de gesignaleerde aanscherping en intensivering ook zonder de Wrgt plaats hadden kunnen vinden.
© 2024 Gemaakt door Marco Klerks. Verzorgd door
Je moet lid zijn van BREED - over de grenzen van informatie om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van BREED - over de grenzen van informatie