De razendsnelle ontwikkeling van nieuwe technologieën leidt tot ingrijpende maatschappelijke veranderingen en beïnvloedt de wijze waarop de overheid functioneert. Tegen de achtergrond van deze constatering verscheen onlangs het ‘Ongevraagd advies over de effecten van digitalisering voor de rechtsstatelijke verhoudingen’ van de Afdeling advisering van de Raad van State. Daarin gaat de Afdeling advisering in op de gevolgen van digitalisering voor een drietal overheidstaken: 1. besluitvorming; 2. digitale dienstverlening aan de burger, en 3. wetgeving.
In dit blogbericht vatten wij het advies van de Afdeling advisering samen en voorzien het van kort commentaar.
De burger in de knel…
De ontwikkeling van technologieën als Big Data, Machine Learning, robotica en Augmented Reality laat geen maatschappelijk domein onaangetast en grijpt diep in op de overheid. In de woorden van de Afdeling advisering is digitalisering ‘tot in de haarvaten van de overheid doorgedrongen.’ De Afdeling Advisering stelt dat digitalisering bij de overheid vooral wordt gedreven door het streven naar doelmatigheid en kostenbeheersing, terwijl de nadelige gevolgen van een ‘iOverheid’ bij burgers en bedrijven dreigen te worden gelegd. Dit heeft gevolgen voor de rechtsbescherming van burgers. Vanuit dit ‘burgerperspectief’ benadert de Afdeling advisering enkele belangrijke knelpunten die ontstaan als gevolg van digitalisering.
… bij digitale besluitvorming
Onder de noemer ‘digitale besluitvorming’ bespreekt de Afdeling advisering een drietal situaties: geautomatiseerde besluitvorming, zelflerende besluitvorming met behulp van big data en ketenbesluitvorming. Deze vormen van (automatische) digitale besluitvorming worden gekenmerkt door de centrale rol van algoritmen, de koppeling van grote hoeveelheden data en verminderde menselijke betrokkenheid. Al deze kenmerken brengen bepaalde risico’s met zich mee. Zo kan de ondoorzichtigheid van algoritmen er bijvoorbeeld toe leiden dat niet meer duidelijk is op welke gronden een besluit is genomen. Een voorbeeld is de toepassing van het Big Data-systeem AERIUS dat gebruikt wordt bij vergunningsaanvragen voor projecten die stikstofdepositie veroorzaken. De Afdeling Bestuursrechtspraak oordeelde in 2017 dat het onduidelijk was hoe AERIUS tot haar berekeningen kwam. Daarmee was het voor belanghebbenden niet mogelijk te toetsen hoe een op AERIUS gebaseerd besluit tot stand is gekomen. Ook andere problemen doemen op, zoals discriminatie bij het analyseren van grote dataverzamelingen en het baseren van besluiten op correlaties (statistische verbanden) die afwijken van de realiteit. Om deze problemen tegen te gaan wijst de Afdeling advisering op de compenserende werking van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. In het bijzonder het motiveringsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel moeten in de context van digitalisering ‘verscherpt’ worden geïnterpreteerd. Dit betekent dat concreet moet worden toegelicht op welke algoritmen een besluit is gebaseerd en welke gegevens daarbij een rol spelen. In het kader van het zorgvuldigheidsbeginsel moet het bestuursorgaan ruimhartig rekening houden met de feiten en omstandigheden en op grond daarvan af kunnen wijken van de uitkomst van geautomatiseerde besluitvorming.
… en bij digitale dienstverlening
Van burgers wordt steeds meer verwacht dat zij langs digitale weg contact met de overheid kunnen onderhouden. Dat vereist dat zij hun weg kunnen vinden binnen de honderden overheidsinstellingen die gebruikmaken van digitale dienstverlening. Zelfredzaamheid is daarbij van groot belang. Burgers die verminderd zelfredzaam zijn, kunnen minder goed meekomen in de overgang naar digitale dienstverlening. Ook ten aanzien van deze ontwikkeling vestigt de Afdeling advisering haar vertrouwen in een – ditmaal nieuw te ontwikkelen – beginsel van behoorlijk bestuur: het recht op toegang tot en zinvol contact met de overheid. Onder dit beginsel moeten burgers inhoudelijk te woord worden gestaan, waarbij het contact kan leiden tot het bijstellen van voornemens of handelingen. In aanvulling daarop moet werk worden gemaakt van de effectieve uitvoering van de AVG, onder meer door bestuursorganen te ondersteunen bij het operationaliseren van de daarin neergelegde rechten. In het bijzonder wordt daarbij gedoeld op het recht op inzage en correctie van gegevens.
Lees verder op de blog van Sandra van Heukelom-Verhage.
Je moet lid zijn van BREED - over de grenzen van informatie om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van BREED - over de grenzen van informatie