Bewaartermijn medische patientendossiers naar 20 jaar?



De dossierplicht en de bewaartermijnen voor cliëntgegevens zijn geregeld in de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Er moet dan wel sprake zijn van een behandeloverkomst tussen cliënt en zorgverlener. Voor bijzondere categorieën van patiëntgegevens zijn er nog wat andere wetten die afwijkende termijnen regelen, zoals de BOPZ.
De WGBO bepaalt dat patiëntgegevens gedurende tien jaar bewaard moeten worden. De termijn is met ingang van februari 2006 gewijzigd naar 15 jaar. Bij de meeste zorginstellingen, maar bijvoorbeeld ook GGD's, wordt voor alle soorten cliënt/patiëntgegevens een bewaartermijn gehanteerd van 15 jaar vanaf einde contact, uitschrijving van de cliënt of na overlijden. Als er een selectielijst ingevolge de Archiefwet geldt waarin langere bewaartermijnen worden genoemd, dan gaan deze boven de in de WGBO genoemde termijn. 

Op 1 april 2010 verliep de wettelijke bewaartermijn van 15 jaar voor patiëntgegevens. Dit betekent dat er formeel weer dossiers vernietigd (zouden) mogen worden, te beginnen met dossiers met laatste datum 1995. De minister van VWS heeft in afwachting van nieuwe wetgeving een oproep gedaan aan zorgaanbieders om oudere patiëntgegevens vooralsnog niet te vernietigen. Een groot deel van de WGBO zal worden overgeheveld naar de nieuwe Wet Cliëntenrechten Zorg (WCZ). De ontwerp Wet Cliëntenrechten Zorg is in december 2009 behandeld in de Kamer en er ligt een nota van wijziging op het wetsvoorstel van juli 2011.

Een belangrijk punt van verschil tussen een bepaling van de WGBO en de WCZ betreft de wettelijke bewaartermijn van dossiers. In de WGBO (art. 454, derde lid) is die termijn – in afwachting van een beslissing over verlenging – zoals gezegd gesteld op vijftien jaar, te rekenen vanaf het moment van het vervaardigen van het desbetreffende gegeven; in de WCZ is gekozen voor een beduidend langere termijn van dertig jaar (artikel 20, eerste lid), en te rekenen vanaf de laatste wijziging in het dossier. Nu de WGBO-bepalingen naast die van de WCZ gehandhaafd worden, ligt het in de rede die termijn ook in artikel 454, derde lid, van Boek 7 BW aan te passen. Artikel 84 voorziet daarin.
De ontwerp-WCZ noemt in art. 23 dus een bewaartermijn van 30 jaar na de laatste wijziging van het dossier. Maar wel met de nuancering (lid 5a) dat patiëntgegevens slechts hoeven worden bewaard zolang dat noodzakelijk is in verband met het doel van de zorg […]. Waarschijnlijk zal de verlenging van de bewaartermijn niet integraal voor alle soorten gezondheidsgegevens gaan gelden. Dieetkaarten in een verpleeghuis zo lang bewaren heeft echt geen zin.

In de Nota van wijziging bij het Voorstel van wet houdende Wet cliëntenrechten zorg (WCZ) van 13 juli 2011 is de voorgestelde verlenging van bewaartermijn toch weer “verkort” naar 20 jaar, ook hier weer na de laatste wijziging van het dossier, of zoveel langer als redelijkerwijs uit de zorg van een goed hulpverlener voortvloeit. De verwachting is dat de definitieve bewaartermijn dus naar 20 jaar gaat na sluiten van een medisch dossier. De verschillende medische beroepsverenigingen zullen zich moeten uitspreken welke soorten gezondheidsgegevens onder de langere termijn gaan vallen.

 

 

Weergaven: 8448

Opmerking

Je moet lid zijn van BREED - over de grenzen van informatie om reacties te kunnen toevoegen!

Wordt lid van BREED - over de grenzen van informatie

Reactie van Huub Jonkers op 23 Augustus 2013 op 12.46

ik stuitte op deze discussie al zoekende  naar antwoord op de vraag:

bewaartermijn van ;

- rittenadministraties Ambulances (volgens Ambulancedienst rapportage met medische info patient) en -   - en clientdossiers thuiszorg/JGZ 0-19 jarigen

vallen deze onder de categorie: > beroepsverenigingen zullen zich moeten uitspreken welke soorten gezondheidsgegevens onder de langere termijn gaan vallen, of gewoon selectielijst VNG > 7 jaar voor wat betreft rapportering ambulancevervoer

 

Reactie van Peter Westerhof LL.M MIM op 5 Oktober 2011 op 11.26

Interessant stukje! Ik ga mij er maar niet in verdiepen.  ;-)

Wat mij wél direct opvalt is de opmerking wie eigenaar is van het dossier. Er vanuit gaande dat de patient eigenaar is van zijn gegevens en aangezien sprake is van een 'overeenkomst van opdracht' (titel 7.7 B.W.).

Ik lees zo snel ook nergens over de toepasselijkheid van de WPG.

Reactie van Yvonne Welings op 18 September 2011 op 19.45
@Wilma, dank voor je heldere antwoorden !!!
Reactie van Wilma Koolen op 18 September 2011 op 19.14

Mag je als patiënt je eigen dossier opvragen voordat het vernietigd wordt?

In zowel de Wet Bescherming Persoonsgegevens als de WGBO is vastgelegd dat een patiënt bepaalde rechten heeft ten aanzien van zijn eigen dossier. Je hebt altijd recht op inzage in de (eigen) gegevens, recht om gegevens te laten verwijderen, toevoegen of corrigeren en recht om je gegevens te laten vernietigen of juist langer te laten bewaren. Maar bedenk wel, een patiëntendossier gaat over een patiënt, maar is eigendom van de zorginstelling of huisarts waar het dossier is aangemaakt. Als de instelling of huisarts andere belangen heeft, mag hij voorbij gaan aan bepaalde rechten ten aanzien van het dossier. Bijvoorbeeld als er ook informatie over derden in staat, mag hij weigeren dat deel van het dossier ter inzage te geven of als er sprake is van een juridische geding, mag hij weigeren het dossier eerder te laten vernietigen. Over het algemeen is inzage altijd mogelijk. Het "meegeven" van een origineel dossier omdat het anders vernietigd wordt, wordt minder vaak gedaan. Dan wordt het eerder door de instelling zelf langer bewaard.

Reactie van Wilma Koolen op 18 September 2011 op 19.01

Dat zijn twee vragen, eerst over het landelijk EPD

De wet die verplichte aansluiting op het landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD) regelt, is in april 2011 verworpen. De Tweede Kamer stemde begin 2009 in met de wet, maar door de beslissing van de Eerste Kamer is de wet nu van de baan. Dat wil niet zeggen dat er geen landelijk of in ieder geval breder EPD is. Huisartspraktijken, huisartsenposten, apotheken en ziekenhuizen in Nederland kunnen op vrijwillige basis aansluiten op de landelijke infrastructuur. Vaak zijn er al goed werkende regionale samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld alle huisartsen en het regionale ziekenhuis binnen een huisartsenpost waar een waarneemregeling geldt, of lokale huisartsenposten die communiceren met de apotheken in de buurt.

 

Het landelijk EPD is geen medisch dossier in de zin van een patiëntendossier, zoals een arts of ziekenhuis aanmaakt tijdens een behandeling. Het EPD is een landelijke infrastructuur voor gegevensuitwisseling in de zorg. Via deze infrastructuur kunnen huisartsen, specialisten en apotheken medische gegevens uitwisselen. De gegevens staan in de informatiesystemen van de zorgverleners. Een huisarts registreert de bezoeken van patiënten in zijn huisartsensysteem en houdt bij of iemand diabetes, hartklachten of depressieve klachten heeft. Een apotheker bewaart gegevens in het apotheeksysteem over medicijnen die aan dezelfde patiënt zijn verstrekt. Zorgverleners kiezen zelf of zij aansluiten op het landelijk EPD. Ze sluiten hun computersystemen aan op de landelijke infrastructuur en melden van welke patiënten zij gegevens beschikbaar hebben. Dat doen ze door het burgerserienummer (BSN) van de patiënt door te geven. De complete medische gegevens worden nergens centraal opgeslagen. Ze blijven bewaard in de patiëntsystemen van de zorgverleners waar de patiënt is behandeld.

Heeft bijvoorbeeld de waarnemend huisarts in het weekend informatie nodig om een patiënt goed te kunnen behandelen, dan vraagt hij via het landelijk schakelpunt de gegevens op uit het systeem van  betreffende huisarts. Alle vormen van inzage en aanvragen worden gelogd. Het is bekend welke zorgverleners via de landelijke infrastructuur medische gegevens aanmelden en opvragen. Andere zorgverleners, zoals de tandarts en fysiotherapeut, hebben vooralsnog géén toegang tot de infrastructuur. Ook zorgverzekeraars, werkgevers en arboartsen hebben géén toegang.

Degene die de gegevens wil raadplegen komt niet het informatiesysteem zelf in, maar in een soort van voorportaal waarin de basisgegevens staan. En niet alle zorgverleners kunnen dezelfde gegevens opvragen en bekijken. Een waarnemend huisarts kan een samenvatting opvragen van het dossier van de huisarts. Hierin staan dan bijv. een overzicht van klachten en een verslag van de laatste vijf bezoeken aan de huisarts. Een apotheker kan alleen gegevens bekijken over medicijnen die aan iemand zijn gegeven. In de toekomst zullen zorgverleners wel steeds meer gegevens via de landelijke infrastructuur uitwisselen. Zoals informatie over röntgenfoto’s en uitslagen van laboratoriumonderzoek.

Reactie van Yvonne Welings op 17 September 2011 op 13.37

he Wilma, goede bijdrage. Ik heb twee vragen:

- Wat is de relatie met het EPD ? Weliswaar lijkt het project te zijn gestrand, maar van onderop zie je toch weer bewegingen.

- Mag je als patient je eigen dossier opvragen voordat het vernietigd wordt ?

 

Groet

 

Yvonne Welings

© 2024   Gemaakt door Marco Klerks.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden