Beste collega's en mede-nieuwsgierigen,

 

Met betrekking tot het referentiemodel wordt er gesproken over het onderscheid tussen vijf zaaktypen, gebaseerd op vijf relaties tussen de betrokken partijen: 

  • TE: reactieve activiteiten gericht op de burger. Dit is de 'klassieke' dienstverlening van een gemeente richting de burger: 'Er komt een klant bij de balie ...'.
  • TI: reactieve activiteiten gericht op de eigen organisatie. Dit is de dienstverlening voor de interne medewerker van de gemeente, bijvoorbeeld 'werknemer vraagt verlof aan met een webformulier'.
  • PE: proactieve activiteit gericht op de burger. Dit zijn alle activiteiten binnen de gemeente die primair voor de burger worden uitgevoerd, zoals het versturen van belastingaangiften.
  • PI: proactieve activiteit voor de eigen organisatie. Dit zijn activiteiten die nodig zijn om de gemeentelijke organisatie draaiende houden, maar waar de burger niet direct iets van merkt.
  • MD: dit zijn zaken die gemeentes bij andere organisaties indient en alleen wil monitoren, zoals een beroepszaak bij de Raad van State. 

Op bepaalde werkprocessen bij de gemeente waar ik werkzaam ben, lijkt een afwijkende relatie toepasbaar, namelijk de aanvraag van een product door een burger bij een externe instantie, waarvan monitoring door de gemeente noodzakelijk is. Is hier sprake van een zesde relatie...?

Weergaven: 381

Hierop reageren

Berichten in deze discussie

Met het gevaar een domme vraag te stellen: Wat is IOB?

Antwoorden op discussie

RSS

© 2024   Gemaakt door Marco Klerks.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden