Het kabinet wil dat burgers en bedrijven uiterlijk in 2017 zaken die ze met de overheid doen zoals het aanvragen van een vergunning – digitaal kunnen afhandelen. Zo is dit ook vastgelegd in het Regeerakkoord. Het beoogde einddoel is dat burgers en bedrijven eenvoudig en snel de overheid kunnen vinden, en betrouwbare en veilige dienstverlening kunnen verkrijgen, plaats- en tijdstip ongebonden. De digitalisering draagt bij aan verdere kwaliteit van overheidsinformatie en een efficiëntere werking van de overheidsprocessen. In de brief Tussenbalans Digitale overheid zijn de doelen, ontwikkeling en voortgang van het overheidsbrede digitaliseringsproces uitvoerig beschreven.

Dit is een van de citaten uit de memo Wet voor de generieke digitale infrastructuur. Enkele punten op een rijtje:

• Het recht voor burgers en bedrijven al hun zaken met de overheid digitaal te regelen, krijgt een algemene basis in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze wet bevat de algemene regels voor elektronisch verkeer tussen burgers en bestuursorganen. De geplande inwerkingtreding hiervan is 1 januari 2017.

• Het in de Awb te verankeren op elektronisch berichtenverkeer met de overheid, vult het kabinet in met een voor bestuursorganen om aangesloten te zijn op de (voorzieningen van de) GDI en deze in hun verkeer met burgers en bedrijven daadwerkelijk te gebruiken
• De WGDI is een zogenoemde aanbouwwet. In de eerste tranche zullen de bestaande voorzieningen van de GDI worden geregeld, zoals Overheid.nl, MijnOverheid.nl met onder andere de Berichtenbox voor burgers, Ondernemersplein en de Berichtenbox voor bedrijven en DigiD. De verplichting voor bestuursorganen om aan te sluiten op de voorzieningen en deze te gebruiken, wordt in deze wet geregeld en gefaseerd ingevoerd.

Wat geheel ontbreekt in deze opzet, is de wijze hoe de de overheidsinformatie duurzaam wordt geborgd. Een en ander lijkt geheel vanuit verschillende (overheids)lagen te worden aangevlogen en bewustzijn op dit gebied lijkt er niet te zijn.