NETWERK VOOR DE INNOVATIEVE INFORMATIEWERKER
Ik ben benieuwd hoe landelijk wordt omgegaan als de termijn van een graf is vervallen en het graf niet verlengd gaat worden.
Volgens de selectielijst heeft dit met uitvoering te maken en mag dit dossier naar 5 jaar vernietigd worden, bij de gemeente Zevenaar wil de persoon die zich met dit onderwerp bezig houdt deze dossiers bewaren omdat niet altijd even duidelijk is wanneer dit graf geruimd gaat worden.
Ik heb hem al wel gevraagd of hij hier een overzicht van kon maken dan zou je dit register moeten bewaren maar dit blijkt niet mogelijk te zijn.
Deze vraag komt elke keer terug bij het opstellen bij de jaarlijkse vernietigingslijst dus ik ben benieuwd naar de reacties
Tags:
Is het een optie om het dossier te vernietigen 5 jaar na ruiming?
Wel vreemd dat hier geen overzicht van gemaakt kan worden. Desnoods type je het over in Excel lijkt mij.
Dit antwoord ontving ik via de mail:
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een graf nog niet wordt geruimd.
Het kan te maken hebben met de tijd die nodig is om de stoffelijke resten volledig te laten ontbinden. Dit kan samenhangen met de bodemcondities ter plaatse.
En het kan ook te maken hebben met het aanbod. Dit kan door het jaar heen fluctueren. Maar ook of er wel of geen epidemie heeft geheerst.
Vernietiging na ruiming heeft het voordeel dat eventuele fouten in de grafadministratie of het grafregister op basis van de originele documenten kunnen worden gecorrigeerd. Een onbekend lijk wil uiteindelijk niet aantreffen.
Nog een ontvangen reactie op dit vraagstuk:
De gegeven beschrijving vindt zijn basis bij de bepalingen van de Wet op de Lijkbezorging.
De begraaf- of crematieovereenkomst is een gebruiksovereenkomst naar burgerlijk recht.
De wetgever erkent een aantal typen begraafovereenkomsten. De bepalingen die in zo'n overeenkomst moeten staan, staan in de wet.
Het is een gebruiksovereenkomst omdat het eigendom en gebruik van een begraafplaats van elkaar gescheiden kunnen zijn.
Op een begraafplaats zijn beschikbare graven van een code voorzien om de afzonderlijke graven te identificeren.
Voor de invoering van de Wet op de Lijkbezorging bestond er grote variëteit aan lokale regelingen. Van gemeenten, kerkelijke instellingen en particulieren (bedrijven, families en individuen). Ik vermoed dat er gebruik is gemaakt van een modelverordening die door een gemeenteraad is vastgesteld. Dit om geleidelijk aan tot eenduidigheid / standaardisatie in contractvorm en relevante bepalingen te komen.
De invoering van de Wet op de Lijkbezorging (in 1991) en de Algemene Wet Bestuursrecht (in 1993) kan tot discussies hebben leidt over de betekenis van het woord "vergunning".
Het begrip gangbaar is de invoering van de AWB. En het (tijdelijke) recht, dat vergund wordt de stoffelijke resten te laten rusten (voor de duur van de afgesproken periode).
Grafrechten zijn geen bestuursrechtelijke rechtshandelingen, maar civielrechtelijke rechtshandelingen.
Met dien verstande:
- het overlijden wordt gemeld bij de gemeente (registratie in het overlijdensregister).
- na identificatie van de overledene wordt om de uitvaart en bijzetting te verzorgen, een overeenkomst gesloten.
De overledene kan zelf geen wilsverklaring meer afgeven. Wel kunnen er vooraf afspraken zijn gemaakt. Mondeling of schriftelijk.
Als er niemand is dit de uitvaart kan regelen, neemt de gemeente deze taak op zich.
In de grafadministratie is de genoemde code te vinden waarmee ligplaats van de overledene wordt aangeduid. Dit is iets anders dan het begraafregister.
Een graf is een al of niet gebouwd object. Dus een zaak.
Voor crematieovereenkomsten zijn de tekstuele bestanden ook in de Wet op de Lijkbezorging te vinden.
Naast een begraafregister dient er ook een crematieregister te worden gehouden en bewaard.
Yvonne Welings zei:
Nog een ontvangen reactie op dit vraagstuk:
De gegeven beschrijving vindt zijn basis bij de bepalingen van de Wet op de Lijkbezorging.
De begraaf- of crematieovereenkomst is een gebruiksovereenkomst naar burgerlijk recht.
De wetgever erkent een aantal typen begraafovereenkomsten. De bepalingen die in zo'n overeenkomst moeten staan, staan in de wet.
Het is een gebruiksovereenkomst omdat het eigendom en gebruik van een begraafplaats van elkaar gescheiden kunnen zijn.
Op een begraafplaats zijn beschikbare graven van een code voorzien om de afzonderlijke graven te identificeren.
Voor de invoering van de Wet op de Lijkbezorging bestond er grote variëteit aan lokale regelingen. Van gemeenten, kerkelijke instellingen en particulieren (bedrijven, families en individuen). Ik vermoed dat er gebruik is gemaakt van een modelverordening die door een gemeenteraad is vastgesteld. Dit om geleidelijk aan tot eenduidigheid / standaardisatie in contractvorm en relevante bepalingen te komen.
De invoering van de Wet op de Lijkbezorging (in 1991) en de Algemene Wet Bestuursrecht (in 1993) kan tot discussies hebben leidt over de betekenis van het woord "vergunning".
Het begrip gangbaar is de invoering van de AWB. En het (tijdelijke) recht, dat vergund wordt de stoffelijke resten te laten rusten (voor de duur van de afgesproken periode).
Grafrechten zijn geen bestuursrechtelijke rechtshandelingen, maar civielrechtelijke rechtshandelingen.
Met dien verstande:
- het overlijden wordt gemeld bij de gemeente (registratie in het overlijdensregister).
- na identificatie van de overledene wordt om de uitvaart en bijzetting te verzorgen, een overeenkomst gesloten.
De overledene kan zelf geen wilsverklaring meer afgeven. Wel kunnen er vooraf afspraken zijn gemaakt. Mondeling of schriftelijk.
Als er niemand is dit de uitvaart kan regelen, neemt de gemeente deze taak op zich.
In de grafadministratie is de genoemde code te vinden waarmee ligplaats van de overledene wordt aangeduid. Dit is iets anders dan het begraafregister.
Een graf is een al of niet gebouwd object. Dus een zaak.
Voor crematieovereenkomsten zijn de tekstuele bestanden ook in de Wet op de Lijkbezorging te vinden.
Naast een begraafregister dient er ook een crematieregister te worden gehouden en bewaard.
Yvonne, bedankt voor je reactie, maar hoe zit het dan met de looptijd van deze zaak?
Deze kan heel lang blijven lopen en moet je dit zien als 1 zaak?, je hebt de aanvraag graf, plaatsen van een steen, de mogelijke verlenging, de beëindiging en tenslotte de ruiming.
Of moet je de aanvraag graf zien als hoofdzaak en de vervolgstukken als subzaak aan de hoofdzaak koppelen
Yvonne, bedankt voor je reactie, maar hoe zit het dan met de looptijd van deze zaak?
Deze kan heel lang blijven lopen en moet je dit zien als 1 zaak?, je hebt de aanvraag graf, plaatsen van een steen, de mogelijke verlenging, de beëindiging en tenslotte de ruiming.
Of moet je de aanvraag graf zien als hoofdzaak en de vervolgstukken als subzaak aan de hoofdzaak koppelen
In de eerste plaats is het afhankelijk van de situatie - van de begraafplaats - ter plaatse.
Als de ondergrond pure zandgrond is, kan in beginsel de kortste contracttermijn worden gehaald. In die zin: het stoffelijk overschot is net wel of net niet ontbonden. Het moment van aanbod geeft dan iets meer respijt.
Als de ondergrond andere grondsoort is - klei, veen of een mengvorm al of niet verbeterd door toevoeging van zand - is de kortste contracttermijn een richttijd of adviestijd. Er wordt immers niet eerder geruimd dan het verantwoord is en er zich aanbod voordoet.
In een algemeen graf en een familiegraf kunnen meerdere grafzaken (individuen) liggen. In dat geval geldt de einddatum van het contract die het laatste is bijgezet als indicatie.
Bij een familiegraf kan de contracttermijn worden verlengd. In de praktijk gebeurt dit niet altijd. Dit betekent dat er geruimd kan worden als de condities het toelaten.
Contractueel is een begraafovereenkomst - ongeacht het type - op te vatten als een afzonderlijke zaak. In een familiegraf wordt dan iemand letterlijk bijgezet.
Als er geruimd wordt, wordt het graf in zijn geheel geruimd. Het grafdossier is dan feitelijk gesloten. Dan pas kan de bewaartermijn worden bepaald. Gesteld dat het begraafregister volledig is ingevuld.
Voor de ter aarde bestelling van het aantal individuen per graf en onderlinge afstand tussen graven bestaan wettelijke voorschriften.
De technische condities - bodemsoort en gebruikte bouwmaterialen - gelden voor het bouwplan van een begraafplaats. Deze is of wordt op een zeker moment aangelegd. En soms nog eens uitgebreid. Bakstenen hebben andere invloed op het ontbindingsproces dan beton.
Bij de aanleg van een begraafplaats dient het bouwplan aan de vergunningsvoorwaarden te voldoen. In het verleden hebben andere normen geheerst dan tegenwoordig. En met de in aantocht zijnde wetswijzigingen (het omgevingsrecht) de vereisten steeds strenger.
Als er wordt geruimd wordt de contactgegevens in de grafadministratie gebruikt om de betrokkenen op de hoogte stellen van het voornemen tot ruiming. En worden zij in de gelegenheid gesteld bezittingen op of bij het graf in ontvangst te nemen. Deze bezittingen worden na verzending van de brief voor 1 jaar bewaard. Volgt er geen melding dan worden de bezittingen geacht naar een andere eigenaar te zijn overgegaan.
Een ander aspect is dat de ter aarde bestelling doorgaans binnen vijf werkdagen geschiedt. Als er sprake is van een niet natuurlijke dood, kan de ter aarde bestelling pas plaats vinden als het stoffelijk overschot door de autoriteiten is vrij gegeven. Je kunt dan in de grafadministratie een verklaring van geen bezwaar tegenkomen. Er kunnen zich op twee plaatsen afschriften van deze verklaring bevinden: bij het gemeentebestuur en de begraafplaats. Naast het afschrift in het archief voorbeeld het gerechtelijk laboratorium.
Bij gerechtelijk onderzoek kunnen stoffen worden gebruikt, die het ontbindingsproces wellicht beïnvloeden.
Bij crematies gaat het om de vraag: wat gebeurt er met de asresten. Mogelijkheden:
- de resten worden in urnenmuur geplaatst (een contract voor bepaalde tijd).
- de resten worden op een strooiveld uitgestrooid (kosten voor de restverwerking).
- de resten worden door een familielid meegenomen.
© 2024 Gemaakt door Marco Klerks. Verzorgd door