Volgens de I-navigator is voor bepaling van de bewaartermijn van verlening van grafrechten resultaat 11.1.2 (Selectielijst 2020) van toepassing, met bewaartermijn 1 jaar (na vervallen recht).

Naar mijn mening is dit niet juist omdat het in dit zaaktype "toestemming" en "verlof" betreft. Het lijkt er op dat de ontwerpers in de veronderstelling waren dat met de bovenstaande terminologie de vaststelling van grafrechten  bedoeld was. En dat is bij het verlenen van grafrechten niet het geval. Dit laatste is een privaatrechtelijke overeenkomst waarbij een recht wordt verleend tegen een bepaalde vergoeding. De verwarring is denk ik ontstaan omdat volgens artikel 11 van de Lijkbezorgingswet bepaald is dat "Geen begraving of crematie van een lijk geschiedt zonder schriftelijk verlof van de ambtenaar van de burgerlijke stand, ...". Dit heeft dus geen betrekking op de overeenkomst inzake grafrechten. In geval van een privaatrechtelijke overeenkomst is dus ook een ander zaaktype van toepassing en een andere bewaartermijn, nl. 7 jaar n.v.

Ik word in deze mening gesteund door de Landelijke Organisatie Begraafplaatsen die ook een termijn van 7 jaar na beeindiging recht geeft. Zie daarnaast ook de mening van een jurist op "Uitvaart.nl"

Ik ben benieuwd naar de motivatie waarom de bewaartermijn van 1 jaar na einde grafrecht van toepassing zou zijn; nogmaals ik denk op verkeerde gronden. Zeker ook gezien het feit dat in de Selectielijst 2012 de termijn van 7 jaar van toepassing was. Wat is er tussen toen en 2017/2020 gewijzigd dat de termijn aangepast is?

Alvast bedankt,

John Derickx

Weergaven: 231

Hierop reageren

Berichten in deze discussie

handigst is om dit neer te leggen bij de redactie van het model-DSP/i-Navigator, denk ik. Zij hebben de afweging en keuze gemaakt. 

Welke categorie en resultaattype zou jou keuze zijn?

Bij mijn gemeente hebben we de procestermijn van de processen grafrechten verlengen, grafrechtenoverschrijving, opvragen en herbegraven en begraven.aanvragen met elkaar gelijkgetrokken voor een periode van 10 jaar. Dit omdat grafrechten in de gemeente voor 10 jaar worden verleend en dat al deze processen met elkaar samenhangen. Deze willen we dan ook in relatie met elkaar/in context met elkaar vernietigen

Bedankt voor de reacties. Het lijkt mij dat, ook met het oog op bepalingen in de Wet op de Lijkbezorging, procestypenummer 16.3 , vernietigbaar 10 jaar n.v. hier van toepassing is

Hallo Johan,

we hebben als VHIC een paar overwegingen meegenomen waardoor we voor 11.1.2 hebben gekozen. Ten eerste zijn we er inderdaad vanuit gegaan dat de gemeente 'toestemming' verleend om een overledene te begraven in een graf en daaraan zijn de grafrechten gekoppeld. We hebben die niet gezien als een privaatrechtelijke overeenkomt omdat de modelverordening lijkbezorgingsrechten praat over het 'heffen van het grafrecht': dat impliceert geen privaatrechtelijke overeenkomst maar een soort belasting.

Daarnaast zien we geen reden voor een bewaartermijn van 7 jaar, aangezien er 1x een bedrag wordt betaald waardoor een graf 10 of 20 jaar kan worden gebruikt door de rechthebbende. Er is dus geen reden om deze gegevens nog eens 7 jaar te bewaren nadat het grafrecht is vervallen. Immers, het bedrag is al 10 of 20 jaar geleden betaald.

Bovendien weet je bij het verstrekken van het recht als een einddatum: vandaar de keuze voor 11.1.2

Bij mijn laatste werkgever was het ook mogelijk om graven voor onbepaalde tijd af te kopen. Pas als de begraafplaats

opgeheven wordt vervallen daarmee ook de begraafrechten.

Uiteindelijk hebben we gekozen om de begraafplaats dossiers op bewaren te zetten.

Het zien als "toestemming", daar zit de crux. Het is lijkt me een overeenkomst, want huur van een (graf)recht en dus een privaatrechtelijke overeenkomst volgens het verbintenissenrecht, zoals daar zijn een huurrecht, etc. Het lijkt me dat daarom ook in de Selectielijst van 1996 (en actualisatie 2012) deze stukken een bewaartermijn hebben gekregen van 7 jaren na verval. Niet, zoals ik eerder aangaf 16.3 is hierom van toepassing, maar 16.1 analoog aan huur, pacht, etc.

Kees-Jan Vermeulen zei:

Hallo Johan,

we hebben als VHIC een paar overwegingen meegenomen waardoor we voor 11.1.2 hebben gekozen. Ten eerste zijn we er inderdaad vanuit gegaan dat de gemeente 'toestemming' verleend om een overledene te begraven in een graf en daaraan zijn de grafrechten gekoppeld. We hebben die niet gezien als een privaatrechtelijke overeenkomt omdat de modelverordening lijkbezorgingsrechten praat over het 'heffen van het grafrecht': dat impliceert geen privaatrechtelijke overeenkomst maar een soort belasting.

Daarnaast zien we geen reden voor een bewaartermijn van 7 jaar, aangezien er 1x een bedrag wordt betaald waardoor een graf 10 of 20 jaar kan worden gebruikt door de rechthebbende. Er is dus geen reden om deze gegevens nog eens 7 jaar te bewaren nadat het grafrecht is vervallen. Immers, het bedrag is al 10 of 20 jaar geleden betaald.

Bovendien weet je bij het verstrekken van het recht als een einddatum: vandaar de keuze voor 11.1.2

Laatste aanvulling. Ik wil informatiebeheerders aanraden even ruggespraak te houden met de vakmedewerkers/juristen voordat tot vernietiging wordt overgegaan. Om mijn verstofte juridische kennis op te frissen, heb ik contact gehad met de juridisch adviseur van de vakwebsite "uitvaart.nl (zie overigens ook hun vraag- en antwoordrubriek). Deze bevestigde een en ander:  "Grafrechten zijn in wezen privaatrechtelijke rechten. Het zijn geen vergunningen of zo. Maar een bijzonderheid is dat ze zowel als publiekrechtelijk als privaatrechtelijk tot stand komen". Hij komt echter tot een nogal, lijkt mij, onhoudbare conclusie om helemaal niks weg te gooien.

Antwoorden op discussie

RSS

© 2024   Gemaakt door Marco Klerks.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden